Adrenaline
Door: Geert Jan den Hengst, IKONE patiënt expertise teamlid
Eigenlijk mag ik wel een medisch en psychologisch mirakel worden genoemd.
Eind november ga ik naar een optreden van Theo Maassen. Samen met Eelco en Riet, een bevriend stel, met wie ik een kleine drie jaar geleden ook al naar een voorstelling van hem ging. Of het werkelijk zo is weet ik niet, maar waarschijnlijk is het mij die avond gelukt om Theo geïrriteerd te krijgen.
Dat klinkt misschien opmerkelijk voor iemand die bekend staat als een geëngageerd cabaretier. Die met scherpe, maatschappijkritische teksten zijn irritaties weet te verkondigen. Zijn ware karakter ken ik natuurlijk niet, maar zou juist hij zich door iets ogenschijnlijk onbenulligs op de kast laat jagen? Van enige vindingrijkheid uit eigen brein was hierbij geen sprake. Al zou ik het kunnen, ik zou niet durven bij hem. Nee, hiervoor was een taxibusje van het Wmo-vervoer verantwoordelijk. Op zich is dit niet verwonderlijk, omdat menig passagier hierdoor al tot wanhoop wordt gedreven.
Theo zal al bijna tussen de coulissen hebben gestaan, de adrenaline gierend door zijn lichaam, toen hij het verzoek kreeg om nog even te wachten. Hij baalde flink, wachten op laatkomers druist immers in tegen zijn principes. Maar vooruit, dit persoon kon er niks aan doen, was hem verteld. Op dat moment stroomde de adrenaline ook rijkelijk door mijn lichaam. Vijf kwartier daarvoor had de taxi mij opgepikt bij mijn huis. Een nare chauffeuse en een enorme omweg maakten mij boos, verdrietig en teleurgesteld tegelijk.
Hemelsbreed ongeveer 50 meter verderop staan op dat moment Eelco en Riet buiten bij de ingang. Te wachten op mij, al een half uur lang! Zes maanden daarvoor heb ik kaartjes gekocht en nu ben ik bijna te laat! Ook zij hebben een mix van irritatie en verbazing. Op dat moment dwaal ik in mijn taxi nog ergens door Zwolle. De stroom mensen, die zeer opgewekt zin hebben in een avondje Theo Maassen, is verdwenen. Iedereen zit al op zijn of haar plaats in de zaal.
Eigenlijk mag ik wel een medisch en psychologisch mirakel worden genoemd. Ondanks frustraties, irritaties, wanhoop, zelfverwijten en het in stilte de chauffeuse vervloeken, blijf ik ogenschijnlijk rustig. Het is donker, mijn betraande ogen ziet men niet. Maar op dat moment ben ik al minstens twee keer geïmplodeerd. Het is frustrerend om klemvast in een taxi te zitten en onderwijl tegenslagen te moeten slikken.
Het is een drukke avond, vertelt de stuurvrouw mij. Gelukkig heb ik uitlooptijd ingecalculeerd bij het reserveren van de taxi. Maar als zij een volgens mij zeer onlogische route rijdt, word ik nerveus. De opmerking: ʺDan had u de taxi vroeger moeten reserverenʺ doet mij imploderen. Als ik even later door haar, tegen een andere passagier, met ʹdie vent’ betiteld, gebeurt dat nogmaals.
Als het taxibusje bij het theater stopt, lijkt het alsof er een welkomstcomité op mij wacht. Naast Eelco en Riet staan er enkele theatermedewerkers te popelen. In één lijn word k door naar de zaal geleid. Achter mij sluiten de deuren en hoor ik iemand door een telefoon opgelucht zeggen: ʺHij is binnen, we kunnen beginnen.ʺ In het donker laat ik mijn jas uitdoen en bril opzetten.
Al snel weet Theo mijn frustraties weg te vragen!